Niets roept bij mij meer herinneringen op aan mijn oma zaliger dan de geur van vanille.

‘Ons moe’ woonde vlak naast ons en ik was er dan ook heel vaak. Ze was dol op bakken, dessertjes en alles wat zoet was.

Ze verwende ons en iedereen die bij haar op bezoek kwam vaak met allerlei heerlijkheden zoals taartjes, cake met crème au beurre, pudding of chocolademelk.

Ja, mijn liefde voor bakken komt zeker van ‘ons moe’.

 

 

 

 

In samenwerking met de VLAM/Lekker van bij ons stel ik jullie vandaag graag dit eenvoudige receptje voor op basis van ‘melk van bij ons’, namelijk een lekkere rijstevlaai.

Het basisrecept is eigenlijk dat van een gewone rijsttaart, maar met de sinaasappelzeste gaf ik er een eigen en verrassend lekkere twist aan.

Lees je mee?

 

Wat heb je nodig?

1 rol bladerdeeg, klontje boter om je taartvorm in te vetten, 120 gr dessertrijst, 140 gr kristalsuiker, 800 ml volle melk, 1 vanillestokje, 50 gr puddingpoeder, 2 eitjes en zeste van twee sinaasappelen

 

Hoe ga je te werk?

Verwarm de oven op 180 graden. (warme lucht)

Je vet een ronde taartvorm lichtjes in met wat boter en blindbakt het bladerdeeg voor ongeveer een kwartiertje.

(ik gebruik hiervoor altijd bakbonen)

Breng ondertussen 600 ml melk aan de kook samen met de rijst, het vanillemerg en de zeste.

Wanneer de melk kookt, draai je het vuur lager en blijf je goed roeren met een houten lepel zodat het niet aanbakt en de rijst gaar kan worden.

Je lost het puddingpoeder op in de resterende 200 ml melk en voegt dit toe, samen met de suiker.

Blijven roeren tot alles gemengd is en mooi indikt.

Haal van het vuur.

Scheid dan de eitjes en roer de dooiers door de licht afgekoelde rijstpap. Klop de eiwitten op en spatel doorheen het mengsel.

Giet alles nu voorzichtig in de taartvorm en bak je taart nog voor ongeveer 30 minuten.

Best even laten afkoelen voor je er van proeft (als je kàn wachten tenminste…).

Resultaat is een heerlijk smeuïge rijstevlaai mét een twist!

 

 

 

 

Smakelijk, moe. X

 

En jouw liefde voor bakken, die geef ik maar àl te graag door aan de volgende generatie. 😉