Onze school (SJCA, Aarschot) steunt al een aantal jaren via verschillende acties het project van de VZW Bourok Bo Kadiom.

Het project steunen kan je eenvoudig via te storten op de projectrekening bij de Koning Boudewijnstichting.

 

BE10 0000 0000 0404 van de Koning Boudewijnstichting 

met de gestructureerde mededeling  128/3250/00043

 

“De Koning Boudewijnstichting verleent haar medewerking aan het project. De giften vanaf 40 euro per jaar aan de Stichting geven aanleiding tot een vermindering van 45% op het werkelijk gestorte bedrag (art.145/33 WIB)”

Een gift doen voor een goed doel is trouwens tot eind 2020 fiscaal extra interessant. Omdat het ook voor de filantropische sector een moeilijk jaar wordt, heeft de federale regering, tijdens de “superkern”van 12 juni, aangekondigd dat de belastingvermindering voor giften aan erkende instellingen verhoogd wordt van 45% naar 60% !

 

Het begon allemaal toen Veerle, oud-leerkracht van de school, begeesterd raakte na het zien van het werk dat deze VZW verricht in het zuiden van Senegal, meerbepaald in de zuidelijke regio Casamance.

De VZW renoveert en bouwt er o.a. schoolgebouwtjes voor de kinderen in de dorpen rond Cap Skirring. Ze zorgen er ook voor dat de leerlingen daar schoolmateriaal, speelgoed, meubilair en sportkleding hebben. Ze sponsoren een aantal kantines in scholen, zodat op bepaalde dagen de leerlingen er ook gratis kunnen eten.

 

 

Ze renoveren ook vaak het bestaande sanitair. Ze zoeken ook kleuterjuffen en betalen hun loon.

 

 

Kortom, een héél mooi en bijzonder project dat rechtstreeks de lokale bevolking – en dan vooral de kinderen – ten goede komt.

Veerle zelf is de bezieler van de ‘fosterfamilie’ op onze school. Samen met enkele vrijwillige leerlingen uit de hogere jaren bakt ze wafels, maakt ze soep en verkopen ze die elke week.

Ze gaat ook de klassen in om te spreken over het project en inspireert leerlingen om zelf acties op te zetten voor Bourok.

Sinds een aantal jaren bezoekt ze samen met een aantal leerlingen van deze ‘fosterfamilie’ Senegal om van nabij de projecten op te volgen. Mijn oudste dochter Marta mocht dit jaar mee… en ik ook!

 

 

Graag deel ik dan ook met jullie mijn impressies van de week in het mooie en voor mij nog totaal onbekende Senegal.

Verblijven deden we in Cap Skirring in La Tortue Bleue, een leuke bed and breakfast uitgebaat door eigenaars Hilde en Gora.

 

 

Ze wonnen ooit ‘Met 4 in bed – Senegal’ (VTM) en zijn ook de bezielers van de VZW Bourok Bo Kadiom.

La Tortue Bleue heeft drie ruime en nette kamers die gelegen zijn in een bijhuisje in de mooie tuin. Ze beschikken allemaal over een dubbel nbed, een overdekte patio en een ruime badkamer.

 

 

Ontbijten doe je ’s ochtends met koffie, croissants, vers stokbrood, beleg en vers fruit onder de koele veranda van het hoofdhuis.

 

 

Het verblijf biedt écht een uitstekende verhouding prijs/kwaliteit! Hilde en Gora zorgen ervoor dat je je meteen ’thuis’ voelt in Senegal en zetten je op weg met tips and tricks/do’s and don’ts en organiseren zelf ook excursies op vraag.

Er is geen zwembad, maar La Tortue Bleue bevindt zich op amper 10 minuutjes stappen van het mooie strand in Cap.

 

 

Ik vertel jullie eerst iets meer over de schooltjes die we bezochten en waar we aan de slag gingen met verfborstel en leuke activiteiten deden met de kinderen.

De meubeltjes (door Gora zelf gemaakt in zijn workshop) voor het dorpsschooltje op het eiland Wendaye waren klaar en moesten geleverd worden. Vervoer gebeurde over het water dus alles moest eerst op de pirogue geladen worden. Best een belevenis!

 

 

De tocht naar het eiland Wendaye voert je trouwens langs mooie mangroven waar je o.a. prachtige vogels kan spotten.

Eenmaal aangekomen op het eiland werden we bijzonder warm onthaald door de directeur van de school, Bouramanding en zijn collega’s.

Er heerste een enorm enthousiasme bij deze man en het was mooi om te zien hoe zij – met relatief beperkte middelen – toch samen school maken.

 

 

Onze leerlingen en ikzelf hielpen de kleuterklas inrichten

 

 

en onze leerlingen leerden de kinderen ‘Vlaamse’ spelletjes aan zoals Dikke Bertha en Tik Tak Boem.

Dit tot groot jolijt van de Afrikaanse kinderen én hun leraren.

 

 

 

Voor we terug vertrokken werd er nog een leuke groepsfoto genomen onder (gelukkig) een grote boom die op hete dagen zoals deze ook de leerlingen van de school wat verkoeling en schaduw kan geven.

 

 

Net voor de boot terugnamen naar het vasteland, lunchten we nog bij ‘Tonton Gilbert et famille’, een piepklein restaurantje gelegen aan het water.

We proefden er o.a. de lokale oesters die aan de takken van de mangrove groeien en eigenlijk meer op mosseltjes dan op oesters lijken.

Lekker! (ziet er misschien wel zo niet uit…) 😉

 

 

De ander schooltjes die we in deze week bezochten waren heel erg afgezonderd gelegen. We bezochten achterenvolgens de scholen in de dorpjes Medina, Badiat, Bandial en Kameubeul. Verplaatsing gebeurde met de pick-up…

 

 

 

En ja, het waaide fel zo achterop die pick-up, dus de volgende ‘look’ is geheel gerechtvaardigd…

 

 

Het waren stuk voor stuk dorpsschooltjes waar Bourok mee het verschil probeert te maken.

In één schooltje deelden we ook sportkledij uit die door onze leerlingen en ouders met Kerst werd ingezameld.

 

 

Onze uitvalsbasis voor de week was dus Cap Skirring.

Dit is eigenlijk een groot dorp, gelegen aan het strand en de zee.

Het strand zelf is heel erg mooi, breed, proper en heerlijk rustig. Je vindt er verschillende charmante strandbarretjes, hotels, pensions en restaurants. Het deed me soms zelfs een beetje denken aan Tulum (lang voor het hip en druk werd).

Af en toe slenteren er wat koeien en stieren heen en weer, wat een speciaal zicht oplevert. Met het opkomend toerisme hier worden de brave beestjes af en toe wel door een soort van security guard van het strand gejaagd…

 

 

Onze favoriete “hang-out place” van de week was no doubt ‘La petite Suisse‘, een gezellige strandhut, uitgebaat door de super vriendelijke Mamy en haar man.

 

 

Je drinkt er een heerlijk vers sapje (1,5 euro) in één van de sjofele ligzeteltjes (waar je af en toe eens doorzakt…) en je eet er écht lekker ‘local food’ zoals, vis of vlees met rijst… en frieten (ze serveren die twee hier heel vaak samen). Wil je hier eten, wel op voorhand regelen, want ze koken alleen op verzoek. Op dag 3 van ons verblijf bleek dat heel hun ‘voortent’ door de wind was ingestort en alhoewel Mamy daarvan aangedaan was, opende ze gewoon de zaak en deed ze blijgezind verder. Mooi om zien.

Villa des Pêcheurs is een aangenaam en net hotel-restaurant in het straatje net achter onze B&B dat we een aantal keer bezochten.

’s Middags eet je er een dagschotel en nadien mag je blijven hangen in de mooie tuin aan het strand. Dat er wifi was in die tuin, vonden de meisjes natuurlijk een leuk extraatje.

 

 

Chez Loulou is de lokale pizzeria, maar serveert ook andere gerechten.

Best ok hier én op wandelafstand van ons verblijf.

Vriendelijke chef!

 

 

Casa resto bevindt zich in het dorpscentrum en is een oase van rust. Je luncht er heerlijk in de koelte van de rustige binnentuin.

 

 

De straten in het centrum van Cap zijn een kleurige mix van restaurantjes, marktjes en winkeltjes.

Waaronder, jawel, stoffenwinkels. Souvenir voor @byevamaria was dus snel gekocht. 😉

 

 

Tijdens onze strandwandeling naar het dorpscentrum van Cap Skirring kwamen we op de plek terecht waar de vissers hun vis aan land brengen. Een geweldige ervaring, maar niet geschikt voor gevoelige zielen…  Er heerste een bedrijvigheid (én een doordringende geur!!) van jewelste met mannen die de vis aan land brachten en de vrouwen die hem aan het kuisen waren.

Gieren en koeien scharrelden rustig tussen de vissenkoppen die op het strand achter blijven.

 

 

Op weg naar die vissers kwamen we eerst nog het paradijselijk uitziende restaurantje van Platini tegen.

We dronken er een koel drankje en de man liet vol trots zijn gastenboek zien.

 

 

Op zondag maakten ook nog een heerlijk relaxte excursie naar het zogenaamde ‘fetish-eiland’ (L’ ile des féticheurs).

We vaarden er naartoe met gids Robert in de pirogue.

 

 

Het eiland zelf is klein, maar écht paradijselijk.

We bezochten de lokale fetish-boom en genoten van de lunch bij Chez Léon en van het verkoelende water.

 

 

Op de terugweg richting Gambia (voor onze terugvlucht) stopten we in Zichuinchor waar we de lokale markt bezochten.

Een aanslag op al je zintuigen deze markt!

Zeker de afdeling waar verse vis en vlees verhandeld wordt.

 

 

Onze gids Mustafa leidde ons rond en bracht ons naar een leuke stoffenwinkel waar de laatste souvenirs gekocht werden.

 

 

Lunchen deden we in de stad in het mooie Hotel Kadiandoumagne , gelegen langs het water.

 

 

Als autoliefhebber was het voor mij fascinerend om te zien hoe hét populairste model hier in Senegal nog steeds de Peugeot 504 is (meestal met 8 plaatsen), die dan ook in allerlei stadia van ‘aftakeling’ hier te bewonderen viel.

Geen lage emissiezone hier, zoveel was duidelijk… 😉

 

 

Voilà, dit was mijn relaas van een super boeiende week, die ik niet snel zal vergeten!

 

Want Senegal, dat zijn voor mij toch vooral de warme, eerlijke, vriendelijke en enthousiaste mensen die ik er mocht ontmoeten:

 

Hilde en Gora, die je met open armen en veel warmte ontvangen in hun chambre d’hote

 

 

Bouramanding, die met zijn aanstekelijke enthousiasme een beetje de Afrikaanse versie van mezelf bleek te zijn… 😉

 

 

de vrouw die ik in de kerk van Wendaye ontmoette en die hielp om elke week de mis voor te bereiden,

 

 

de juffen in de dorpsschooltjes die elke dag met de glimlach met hun leerlingen aan de slag gaan ondanks de beperkte middelen die ze hebben,

 

 

Mamy van La Petite Suisse die me op deze foto trots haar beste langoustines toont,

 

 

en tot slot Bambi, de flamboyante strandverkoopster met de grote mand fruit op haar hoofd,

wiens uitbundige “Bonjour les filles” zal nog lang in mijn hoofd zal zitten.

De meisjes kochten bijna elke dag nootjes van haar en dat maakte haar blij.

 

 

Onze vlucht was met TUIFLY vanuit Brussel naar Banjul in The Gambia. (ongeveer 6u. vliegtijd)

Vanuit Banjul is het dan nog zo’n 4u. rijden naar Cap Skirring.

Wat opviel is dat de grenscontroles en politiechecks aan Senegalese kant véél vlotter (en vriendelijker…) verlopen dan die in The Gambia.

We sliepen de laatste nacht trouwens in The Gambia, maar dat maakte nu niet meteen de beste indruk op mij (chaotisch, véél afval overal…), dus daar ga ik hier niet veel woorden aan besteden.

Momenteel zijn er vanuit Parijs rechtstreekse vluchten naar Cap Skirring en er is sprake om volgend jaar rechtstreekse vluchten Brussel- Cap Skirring in te richten, wat ideaal zou zijn om de Casamance regio te bezoeken! Let’s hope so.

Je kan ook met Brussels Airlines naar Dakar vliegen en dan rijden of nog een binnenvlucht nemen.

Beste seizoen voor reizen naar Senegal is tussen oktober en juni.

Naast lokale talen, vb ‘Jola’, spreekt iedereen ook Frans.

Een inenting tegen gele koorts is verplicht en ook malariapillen zijn nodig.

Je hebt geen visum nodig, alleen een reispas die nog 6 maanden geldig is.

Eten, drinken en vervoer zijn allemaal goedkoop.

Speciale dank aan Veerle Laleman, die me mee op sleeptouw nam door ‘haar’ Senegal.

 

 

Merci Jeanne, Lien en Rani voor het fijne reisgezelschap.

 

 

En hoe fijn was het niet om dit alles te kunnen delen met mijn oudste dochter Marta.

X